Bunt
Daar
stonden we dan, onwetend wat de toekomst ons brengen zou. De nazomerzon scheen
over het schoolplein. In de deuropening stond de rector, de heer Bunt, omringd
door enkele leraren. Na een poosje mochten wij onder leiding van onze
klassendocent de houten noodlokalen aan de Verlengde Groenestraat betreden. Ons
middelbareschoolleven was begonnen. Ik zat in 1b.
Timmermans
Onze klassendocent stelde zich voor. Hij bleek Timmermans te heten en hij zou ons wiskunde gaan geven. Hij vertelde ons, dat we ieder lesuur naar een ander lokaal moesten gaan, dus voor Frans naar het lokaal van de heer Graatsma, voor Engels naar het lokaal van miss Bom etc. En hij liet de boeken zien die we nodig hadden voor wiskunde, een boek voor algebra en een boek voor meetkunde. Er moest een klassenvertegenwoordiger gekozen worden, wiens of wier belangrijkste taak het meenemen van het klassenboek was. Wie wilde dat zijn? Na enige geharrewar werd een lief meisje met deze belangrijke taak opgescheept.
Timmermans
Onze klassendocent stelde zich voor. Hij bleek Timmermans te heten en hij zou ons wiskunde gaan geven. Hij vertelde ons, dat we ieder lesuur naar een ander lokaal moesten gaan, dus voor Frans naar het lokaal van de heer Graatsma, voor Engels naar het lokaal van miss Bom etc. En hij liet de boeken zien die we nodig hadden voor wiskunde, een boek voor algebra en een boek voor meetkunde. Er moest een klassenvertegenwoordiger gekozen worden, wiens of wier belangrijkste taak het meenemen van het klassenboek was. Wie wilde dat zijn? Na enige geharrewar werd een lief meisje met deze belangrijke taak opgescheept.
Dat
ik op een christelijke school beland was, kwam een uur later in alle hevigheid
aan het Licht. Alle leerlingen werden opgesteld in de gangen. Op het kruispunt
van deze gangen was een spreekgestoelte, waar rector Bunt het schooljaar opende
met een bijbelcitaat, een toespraak en een gebed. Wat hij gezegd heeft, weet ik
natuurlijk niet meer, maar ongetwijfeld zal hij God gevraagd hebben er een mooi
schooljaar van te maken.
Nu kon het echte werk beginnen. De volgende dag begonnen we met algebra. Vanaf het eerste moment was het duidelijk dat onze kindertijd wel definitief voorbij was. Op de lagere school had je leren rekenen met gewone getallen, maar vanaf nu gingen we rekenen met letters, met a, met n, met x en met y. Zo’n letter had een bepaalde waarde, bijvoorbeeld 6, en dan gold: a+3 = 9, en a2 = 36. ‘Snappen jullie dat?’ Niemand durfde te zeggen, dat hij of zij het niet snapte en al helemaal niet te vragen waarom dat nodig was. Vrolijk ging de leraar verder en las voor uit het algebraboek: ‘De hoofdeigenschap van de telling luidt: het aantal eenheden van een hoeveelheid is niet afhankelijk van de rangnummers die de eenheden bij het tellen krijgen.’ Ik schreef het op, maar begreep er geen jota van. Dat was niet erg, zei Timmermans, later wordt het je wel duidelijk. Dat later is nooit gekomen. Tot op de dag van vandaag begrijp ik die zin niet.
Na drie lessen wiskunde werden we geconfronteerd met een paragraaf Over de graad van veeltermen. De eerste zin luidt: ‘Men noemt a3 + b3 + 3a3 – 5ab2 een gelijkgradige (homogene) vierterm in a en b.’ En dan volgt de uitleg: ‘Elke term is van de derde graad, omdat ze een macht of produkt voorstelt met drie letterfactoren (a x a x a, a x a x b, enz.); de cijferfactoren 3 en 5 tellen voor het bepalen van de graad niet mee. Het aantal op te tellen of af te trekken delen bepaalt het aantal termen van de veelterm.’ Let wel: we kregen dit te horen toen we 12 jaar waren!
Miss Bom en Kraan
Nu kon het echte werk beginnen. De volgende dag begonnen we met algebra. Vanaf het eerste moment was het duidelijk dat onze kindertijd wel definitief voorbij was. Op de lagere school had je leren rekenen met gewone getallen, maar vanaf nu gingen we rekenen met letters, met a, met n, met x en met y. Zo’n letter had een bepaalde waarde, bijvoorbeeld 6, en dan gold: a+3 = 9, en a2 = 36. ‘Snappen jullie dat?’ Niemand durfde te zeggen, dat hij of zij het niet snapte en al helemaal niet te vragen waarom dat nodig was. Vrolijk ging de leraar verder en las voor uit het algebraboek: ‘De hoofdeigenschap van de telling luidt: het aantal eenheden van een hoeveelheid is niet afhankelijk van de rangnummers die de eenheden bij het tellen krijgen.’ Ik schreef het op, maar begreep er geen jota van. Dat was niet erg, zei Timmermans, later wordt het je wel duidelijk. Dat later is nooit gekomen. Tot op de dag van vandaag begrijp ik die zin niet.
Na drie lessen wiskunde werden we geconfronteerd met een paragraaf Over de graad van veeltermen. De eerste zin luidt: ‘Men noemt a3 + b3 + 3a3 – 5ab2 een gelijkgradige (homogene) vierterm in a en b.’ En dan volgt de uitleg: ‘Elke term is van de derde graad, omdat ze een macht of produkt voorstelt met drie letterfactoren (a x a x a, a x a x b, enz.); de cijferfactoren 3 en 5 tellen voor het bepalen van de graad niet mee. Het aantal op te tellen of af te trekken delen bepaalt het aantal termen van de veelterm.’ Let wel: we kregen dit te horen toen we 12 jaar waren!
Miss Bom en Kraan
Nee,
erg kindvriendelijk werd ons de algebra niet voorgeschoteld. En dat gold ook
voor de meeste andere vakken. Miss Bom had het in de eerste les Engels, zonder
veel uitleg, over ‘stemhebbende en
stemloze consonanten’. Daar had ik nog nooit van gehoord. Bij Nederlands
leerden we zinnen ontleden op een niveau waarop menig student op een
lerarenopleiding het dun van door de broek zou lopen. Voorzetselvoorwerp,
bepaling van gesteldheid (bep. van gest.), niets werd ons onthouden. ‘Ik hoop
dat Bep van Gest een goede vriend van je mag worden’ zei de leraar Nederlands,
de heer Kraan, met enig sarcasme in zijn stem. Ik had het geluk dat ik op de
lagere school al wat Frans gehad had, want ook dat vak werd in een moordend
tempo gedoceerd. Het regende onvoldoendes.
Wie
dit selectieve onderwijs niet kon volgen, bleef genadeloos zitten of kreeg het
advies de school maar te verlaten. De christelijke God was wel goed, maar niet
gek. Ook al had je hem tijdens de weekopeningen en –sluitingen vol geloof
toegezongen en geprezen om zijn goedheid en liefde, Hij dacht er niet over om
gebrek aan intelligentie op wonderbaarlijke wijze te compenseren. Maar, dat
moet Hem nagezegd worden, minder gelovige kinderen dwarsboomde Hij ook niet. En
zo kon het gebeuren, dat ik een jaar later naar 2 gym ging.
Mevr. dr. Wilhelm
Mensa, mensae, mensae, mensam, mensa, zo begon het gymnasiale leven. Via Recta heette het boek dat ons inwijdde in de geheimen van het Latijn en wel met zo’n snelheid dat we in de derde klas al Caesar konden lezen. Nou ja, per les ongeveer 10 regels. Vertalen ging wel, maar begrijpen, dat was andere koek. Gallia est omnis divisa in partes tres, (‘Gallië is, in z’n geheel genomen, in drie delen verdeeld’), makkelijk zat, maar welke drie delen dan precies? Voor de klas stond mevrouw dr. Wilhelm, die zelfs de stoerste jongens tot bedwateren wist te brengen. Als je een bepaalde werkwoordsvorm niet direct herkende, had je al heel gauw extra huiswerk: alle werkwoordsvormen herhalen! Ze deed geen enkele poging om het vak ‘leuk’ te brengen. Je moest letterlijk vertalen, zodat ze goed kon zien dat je de Latijnse constructies begrepen had. Dat leverde vaak erbarmelijk Nederlands op, maar dat was niet erg.
Een voorbeeld uit een proefvertaling Tacitus: ‘Tijdens het consulaat van M. Silanus en L. Norbanus vertrok Germanicus naar Egypte om er de oudheid te leren kennen, maar de zorg voor de provincie werd voorgewend, en hij heeft, nadat de voorraadschuren geopend waren de prijs van het koren dragelijker gemaakt en hij heeft tegenover het volk vele gunsten bewezen: hij liep zonder soldaten, terwijl zijn voeten onbedekt waren en hij zijn gewaad droeg op Griekse wijze, in navolging van Publius Scipio van wie wij hebben vernomen dat hij dezelfde dingen op Sicilië gedaan heeft, ofschoon toen de oorlog met de Puniërs nog brandde.’ Het laatste woord heeft Wilhelm veranderd in ‘hevig was’, maar voor de rest is deze ‘zin’ geheel en al goedgekeurd. (Ik vind trouwens ‘brandde’ in verband met ‘oorlog’ nog steeds veel beter). Het was dus goed vertaald, al begreep (en begrijp) ik er niet veel van. Wat betekende nou precies, dat de zorg voor de provincie voorgewend werd? Waarom moesten die voorraadschuren geopend worden? Wat deed Scipio op Sicilië? Het behoorde niet tot de goede zeden die vragen te stellen. En zo ging het ook met Grieks. Je vertaalde en vertaalde eindeloos, maar de diepere achtergronden bleven duister.
Van Barneveld
Mevr. dr. Wilhelm
Mensa, mensae, mensae, mensam, mensa, zo begon het gymnasiale leven. Via Recta heette het boek dat ons inwijdde in de geheimen van het Latijn en wel met zo’n snelheid dat we in de derde klas al Caesar konden lezen. Nou ja, per les ongeveer 10 regels. Vertalen ging wel, maar begrijpen, dat was andere koek. Gallia est omnis divisa in partes tres, (‘Gallië is, in z’n geheel genomen, in drie delen verdeeld’), makkelijk zat, maar welke drie delen dan precies? Voor de klas stond mevrouw dr. Wilhelm, die zelfs de stoerste jongens tot bedwateren wist te brengen. Als je een bepaalde werkwoordsvorm niet direct herkende, had je al heel gauw extra huiswerk: alle werkwoordsvormen herhalen! Ze deed geen enkele poging om het vak ‘leuk’ te brengen. Je moest letterlijk vertalen, zodat ze goed kon zien dat je de Latijnse constructies begrepen had. Dat leverde vaak erbarmelijk Nederlands op, maar dat was niet erg.
Een voorbeeld uit een proefvertaling Tacitus: ‘Tijdens het consulaat van M. Silanus en L. Norbanus vertrok Germanicus naar Egypte om er de oudheid te leren kennen, maar de zorg voor de provincie werd voorgewend, en hij heeft, nadat de voorraadschuren geopend waren de prijs van het koren dragelijker gemaakt en hij heeft tegenover het volk vele gunsten bewezen: hij liep zonder soldaten, terwijl zijn voeten onbedekt waren en hij zijn gewaad droeg op Griekse wijze, in navolging van Publius Scipio van wie wij hebben vernomen dat hij dezelfde dingen op Sicilië gedaan heeft, ofschoon toen de oorlog met de Puniërs nog brandde.’ Het laatste woord heeft Wilhelm veranderd in ‘hevig was’, maar voor de rest is deze ‘zin’ geheel en al goedgekeurd. (Ik vind trouwens ‘brandde’ in verband met ‘oorlog’ nog steeds veel beter). Het was dus goed vertaald, al begreep (en begrijp) ik er niet veel van. Wat betekende nou precies, dat de zorg voor de provincie voorgewend werd? Waarom moesten die voorraadschuren geopend worden? Wat deed Scipio op Sicilië? Het behoorde niet tot de goede zeden die vragen te stellen. En zo ging het ook met Grieks. Je vertaalde en vertaalde eindeloos, maar de diepere achtergronden bleven duister.
Van Barneveld
Een
van de merkwaardigste leraren was de heer drs. Jan van Barneveld. Hij gaf
wiskunde, maar de meeste tijd besteedde hij aan evangelisatiewerk. Hij was lid
van de Pinkstergemeente en mocht graag een week openen of sluiten, waarbij deze
schriftgeleerde nogal eens de indruk wekte een telefoonverbinding met zijn
Schepper te hebben. ‘Here, wat moet ik tegen de leerlingen zeggen?’ had hij ’s
morgens gevraagd. En de Here had hem meteen geantwoord: ‘Zeg de leerlingen dat
ik van ze hou.’ Wel makkelijk als je zo direct met het Opperwezen kan
communiceren, dacht ik toen vaak. Mij overkwam zoiets nooit, hoewel ik toch
echt mijn best deed om een beetje te geloven. Maar de Heer had natuurlijk toen
al door, dat ik veel te sceptisch was om écht te geloven.
Van
Barneveld wist met ijzingwekkende precisie allerlei bijbelteksten aan elkaar te
knopen, waarmee hij duidelijk wilde maken, dat God een heel doortimmerd plan
had met deze wereld. De stichting van de staat Israël in 1948
was al door de profeten Jesaja en Amos voorspeld en Johannes had dat op niet
mis te verstane wijze bevestigd (Jesaja hoofdstuk zoveel, vers zoveel, Amos
hoofdstuk zoveel vers zoveel, Openbaringen hoofdstuk zoveel, vers zoveel). Er
was geen speld tussen te krijgen. Gods plan zat logischer in elkaar dan dat (a
+ b)2 gelijk is aan a2 + 2ab + b2. En dat
vindt drs. Van Barneveld nog steeds! Zie
http://janvanbarneveld.nl/ . Wordt vervolgd.
Lerarencorps in de zestiger jaren
Tekst: Maarten
Publicatie: Carla
Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum
Lerarencorps in de zestiger jaren
Tekst: Maarten
Publicatie: Carla
Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum
Geen opmerkingen:
Een reactie posten