donderdag 26 november 2015

Van Bunt tot Struik deel 3

Dit is het derde en laatste deel van de memoires van Maarten Klein, leerling aan het Nijmeegs Lyceum, afdeling Gymnasium, van 1959 tot 1966. Het is een vervolg op deel 2 dat op 1 juni j.l. is gepubliceerd. Dit derde deel heet
'Een stukje geschiedenis: Joop Toebes'.

Plato en Leviticus
Eerst iets heel anders. In een van Plato’s dialogen, Symposion, vertelt Aristophanes in een poging de menselijke liefde te verklaren, dat de mens oorspronkelijk een wezen was dat uit twee helften bestond. Maar de overmoedigheid van de mens beviel Zeus niet en daarom deelde hij de mens in tweeën. Sinds die tijd is ieder mens op zoek naar zijn andere helft met geen ander doel dan zich met die ander in liefde te herenigen. Opvallend is nu, dat Aristophanes drie soorten oerwezens onderscheidt: de man-vrouw, de man-man en de vrouw-vrouw. Er is in zijn verhaal geen spoor van afkeuring te vinden: het zijn drie gelijkwaardige soorten relaties.

Hoe anders dacht men daarover in de joods-christelijke samenleving. Op grond van allerlei bijbelteksten beschouwde men homoseksualiteit als een liefdesuiting die door het Opperwezen ten scherpste werd afgekeurd. Leviticus 20, vers 13 bijvoorbeeld: ‘Als een man met een andere man omgang heeft zoals met een vrouw, begaan beiden een afschuwelijke daad. Zij moeten ter dood worden gebracht.’ Door de eeuwen heen zijn homo’s en lesbiennes op grond van dit soort teksten vervolgd en op de meest gruwelijke wijze gestraft. Ik zal hier niet de hele geschiedenis van de homo-emancipatie uit de doeken doen (zie hiervoor https://nl.wikipedia.org/wiki/Homo-emancipatie), maar volstaan met de constatering dat pas in 1971 homoseksualiteit uit het wetboek van strafrecht is gehaald. 

Chocoladestampers
In de tijd dat wij op het Nijmeegs Lyceum zaten, de eerste helft van de jaren zestig, was de liefde tussen twee mannen of twee vrouwen volledig afwezig. Zulke relaties waren er natuurlijk wel, maar men deed net alsof ze niet bestonden. In het gunstigste geval deed men er lacherig over, haha, homoseksuelen, die zijn van de verkeerde kant, dat zijn chocoladestampers! Hugo Claus beschreef in Omtrent Deedee (1963) op niet mis te verstane wijze een relatie tussen een jongeman, Claude, en een priester, maar de critici begrepen er helemaal niets van. Geen van hen had in de gaten, dat Claude en de priester een homoseksuele relatie hadden (gehad).

Hoe moeilijk moet het geweest zijn, om als homoseksueel leraar te zijn in die jaren. Het was onmogelijk om voor je geaardheid uit te komen, je kon maar beter diep in de kast blijven zitten. Het beste was het, om toch maar te trouwen en kinderen te hebben, want dan was je zoals iedereen je hebben wilde: een keurig getrouwde vader. Zo moet ook Toebes erover gedacht hebben. Hij woonde vlakbij ons in de buurt met vrouw en drie kinderen, in een rijtjeshuis. Elke ochtend zag ik hem fietsend naar zijn werk gaan, zijn vrouw en kinderen stonden in de deuropening en hij draaide zich wel twee, drie keer om op zijn fiets, op de Slotemaker de Bruïneweg breeduit zwaaiend naar zijn gezinnetje. En op klasseavonden kwam zijn vrouw mee. Leuk, gezellig, niets aan de hand. Leviticus kon tevreden zijn.
Maar: times they are a-changin’. Steeds meer BN’ers kwamen er in de jaren zeventig en tachtig voor uit, het leven te delen met iemand van het eigen geslacht en tegenwoordig weet je van elke tv-persoonlijkheid, policitus of schrijver wel of hij/zij zò is.

Uit de kast
Zo rond 1980 zijn Toebes en ik collega’s geworden. Hij werd als didacticus aangesteld bij de afdeling Geschiedenis van de KUN (later Radbouduniversiteit), ik was al een jaar of vier als taalkundige werkzaam bij het instituut voor Nederlandse taal- en letterkunde. Niet veel later hoorde ik voor het eerst dat het gezin-Toebes niet meer bestond. Zijn vrouw en hij waren tot de ‘ontdekking’ gekomen, dat zij beiden een seksuele voorkeur hadden voor leden van het eigen geslacht. Ik probeerde mij voor te stellen hoe hij als leraar aan het christelijke Nijmeegs Lyceum van Bunt geworsteld moest hebben om zijn geaardheid verborgen te houden. En ik voelde een innig medelijden met de kinderen. Hoe zou het gezinsleven geweest zijn? Hoe zouden zij de bekentenissen van hun moeder en vader verwerkt hebben?
Om andere mannen te ontmoeten ging Joop regelmatig ’s avonds op pad. Ergens in de jaren tachtig sloeg het noodlot toe. Hij had een jongen ontmoet in het Goffertpark en nam die mee naar zijn huis op de Groesbeekseweg. Daar is hij met een mes bewerkt en wel zo, dat hij voor lange tijd opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Eenmaal hersteld, na maanden, kwam hij weer op de universiteit. Een paar jaar later werd bij hem kanker geconstateerd.

Witte bloemen
De begrafenis van Joop Toebes op Rustoord zal ik nooit vergeten. Joop hield van witte bloemen, stond er in de overlijdensadvertentie, en dus stond zijn kist in een zee van de prachtigste witte bloemen. De sprekers waren vooral homomannen, die snikkend vertelden hoe lief Joop was geweest.  De laatste spreker was zijn oudste zoon. Hij nam geen blad voor de mond en vertelde geëmotioneerd wat een verschrikkelijke tijd die drie kinderen gehad hadden. Van een huwelijk was natuurlijk nooit sprake geweest. Met pijn in mijn hart dacht ik terug aan de tijd dat Toebes de Slotemaker de Bruïneweg af fietste, richting Nijmeegs Lyceum, breeduit zwaaiend naar zijn vrouw en die drie kinderen. Niets is wat het lijkt.


Joop Toebes rond 1960




Tekst: Maarten
Publicatie: Carla

Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum

maandag 9 november 2015

Leuke samenkomst op 8 november j.l.

Het was weer alleraardigst, ons samenzijn op 8 november j.l.! Opnieuw in restaurant Spijker in Beek.

De 10 de keer dat we met elkaar samenkomen, zo had historicus-archivaris Maarten van der L uitgezocht. Dachten we dat we met zijn dertienen zouden zijn, er kwamen er vijftien.  Dat kon je ook zien aan de kroketten: ze  gingen dit keer in de eerste ronde allemaal al op.


Bij aankomst werden we al verrast door Maarten K, die voor elk van ons een  boekje van eigen hand had met een verhaaltje van Louis Couperus inclusief een toelichting van zijn hand. Het was in het Pools (in Polen heeft hij enkele jaren een leerstoel Nederlandse Taal bekleed), maar voor ons Nederlanders gelukkig ook met Nederlandse vertaling. Hij werkt overigens nog aan deel drie van zijn memoires die in ons blog verschijnen. Spannend.

Genieten was het toen Roel een verhaal afstak over hoe hij c.q. de leraren van destijds de - steile - rector Bunt hadden beleeft en meegemaakt. Natuurlijk aangevuld door ervaringen van de aanwezige leerlingen. Zoals Agnes al een ervaring met Bunt in dit blog had gepubliceerd. Overigens bleek tijdens het onderwerp dat Roel in de tijd dat hij de indrukwekkende toespraak bij de begrafenis van Bunt hield, geloviger leek te zijn dan hij zich zelf herinnert. Lachen. Herinneren wij ons de simpele maar heel aardige gymleraar Bosman nog? Hilarische herinneringen werden uitgewisseld. En zo meer.


Iedereen heeft het weer erg naar zijn of haar zin gehad. Alle reden om volgend jaar weer samen te komen. Weer bij restaurant Spijker, want wat is dat een gastvrije en efficiënte ambiance.


N.b. Wil je een email ontvangen telkens wanneer er een nieuw bericht op dit blog verschijnt? Vul dan je emailadres in het vakje rechts bovenin in. Handig!


In het foto album (zie hieronder) staan meer foto's van de reunie van 2015. (ook van andere reunies overigens, en andere foto's).



Tekst: Niek
Publicatie: Carla

Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum

vrijdag 6 november 2015

De toekomst van de reunie

Een reünie bezoeken is als het openen van een oud naslagwerkje of compendium, in geen jaren meer in de hand gehouden, en het bekijken van de lemma’s daarin. Sommige lemma’s doen je grinniken, andere roepen nostalgie op, of tevredenheid, of verbazing, of een plotseling opspringend gevoel van onbehagen dat soms wat langer blijft knagen dan je lief is. Verloren gevonden voorwerpen, die je soms weer welkom heet, en die jou welkom heten; en dingen die je liever niet meer onder ogen gezien had. Een wasstraat; een grasmaaimachine die aan een onderhoudsbeurt toe is; een lichtelijk verroest vergiet.

Reünies zijn meestal eenmalig. Hoeveel herenigingen kan een mens verdragen?
Het verwonderlijke opvallende van ‘onze’ reünie is echter dat zij zich jaar na jaar herhaalt en dat zij min of meer slechts één jaarring van een uit de kluiten gewassen eik bestrijkt. Het laatste zal het eerste wel verklaren. Weliswaar is het aantal deelnemers inmiddels teruggelopen van de bijna 30 (zie ik op een foto van het eerste samenzijn, in 2006) naar gemiddeld ongeveer 15, maar dat aantal lijkt zich te stabiliseren. Klopt dat?

Toch past hier een ernstige waarschuwing. Men kan nog net niet spreken van een veenbrand – maar toch … Onder de aan- en afmelders voor 2015 vind ik er maar liefst drie (3!) die zich voorstander verklaren van een samenkomst één maal per vijf (5!) jaar.
Dit standpunt duidt op een volslagen gebrek aan demografisch-geriatrisch inzicht. Ik waag mij zonder enige twijfel aan de voorspelling dat langs deze onzalige weg er in 2020 nog slechts negen deelnemers zullen zijn, en in 2025 nog twee (wie zouden dat zijn? Iets voor een weddenschapje?). Kortom, deze gedachtegang is een doodsteek. Bij eiken scheurt de schors mee met de groei van de boom – maar er komt een ogenblik dat de schors het scheuren mag laten.

Tot slot geef ik als praktische tips voor de volgende samenloop nog enkele (foei!) frasen mee uit het gedicht ‘Het schrijven van een c.v.’ van de hand van Wislawa Szymborska.
‘Ongeacht de lengte van het leven
moet het c.v. kort zijn.’
(…………)
‘Bondigheid en selectie zijn verplicht.
Vervang landschappen door adressen
en wankele herinneringen door vaste data.’
(…………)
‘Schrijf zo alsof je nooit met jezelf hebt gepraat
en altijd ver uit je eigen buurt bent gebleven’.


Tekst: Frans
Publicatie: Carla

Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum