zondag 14 juni 2015

De knulligheid van een puber

Agnes, gymnasiumleerlinge op het Nijmeegs Lyceum van 1960 tot 1967,:
"De boeiende memoires van Maarten Klein brachten onze schooljaren weer tot leven. Bij de vergelijking van onze toenmalige docenten met de klassieke goden kwam er - zeker in combinatie met de naam 'BUNT' - van alles bij mij boven. Een - achteraf bezien - onbetekenend voorval leek destijds even het einde van mijn schoolloopbaan aan te kondigen. De Goden waren immers almachtig en bovenal de Oppergod Zeus, die vanaf zijn troon op de Olympus de scepter zwaaide op het Nijmeegs Lyceum.

Als brugpieper was je blij na de vakantie weer naar school te mogen. De 'zesjescultuur' was nog niet aan de orde. Integendeel, je barstte van de energie en deed je stinkende best. Het was die ambitie, waar de hele affaire uiteindelijk om draaide.
Meteen de eerste dag na de kerstvakantie werd mij door de Oppergod zelf een brief overhandigd voor mijn ouders. Je ziet het voor je: een klein meisje van dertien, één en al nederig- en nietigheid, ten overstaan van zo'n twee meter Bunt, die zijn toorn over haar deed neerdalen.

Mijn ouders werden ontboden voor een gesprek, waar ik bij mocht (lees: 'moest') zijn.
Daar zat ik met mijn moeder, vol angst en beven voor wat er komen ging. Beiden geheel in het ongewisse omtrent het vreselijke vergrijp dat ik kennelijk op mijn geweten had.
Maar toen Zeus me met een gezicht als een donderwolk het corpus delicti, c.q. mijn kerstrapport, overhandigde, werd snel duidelijk, dat er zeer slecht weer op komst was. Hoe ik het in mijn hoofd had durven halen om eigenhandig voor alle vakken een cijfer in te vullen in de kolom van het volgende rapport?!
Daar had ie een punt. Verbijsterd staarde ik naar al die achten en negens - nog heel bescheiden géén enkele tien - die ik mezelf alvast voor het paasrapport had toebedeeld. Met potlood, dat wel. Als ik niet zo onnozel was geweest te vergeten e.e.a. tijdig uit te gummen, was er niets aan de hand geweest. Nu leek het, alsof ik brutaalweg op de plaats van de docent was gaan zitten, wat voor Zeus gelijkstond aan je reinste heiligschennis.

Begreep deze man dan niet, dat ik deze actie louter had ondernomen om me even te kunnen wentelen in de euforie van een dergelijk scenario? En dat ik dit had gedaan "for my eyes only", hetgeen door slechts één klein dom vergissinkje was misgegaan?
Nee, hij begreep het niet. Wekte althans niet die indruk. Ik mocht het nóóóóit meer doen - wat ik zelf ook al bedacht had - maar kwam verder met de schrik vrij. Met voor eeuwig een heilig ontzag voor deze Oppergod droop ik af, de staart tussen de benen.

Of de man al dan niet over enig gevoel voor humor beschikte en zijn boosheid alleen maar geveinsd was, zoals leraren dat uit pedagogisch oogpunt plegen te doen, vertelt het verhaal niet. En of hij niet toch stiekem, onbedaarlijk heeft staan schuddebuiken van het lachen, al evenmin.
Thuis zagen wij er de hilariteit wél van in. En naar ik hoop, jullie nu ook.

Eerlijkheid gebiedt mij nog te melden, dat het wat betreft die ideale cijferlijst - zowel op het paasrapport in kwestie, alsook op alle volgende rapporten - bij een utopie is gebleven".

Tekst: Agnes
Publicatie: Carla

Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum

zondag 7 juni 2015

Foto's met herinneringen

Met de digitale communicatiemiddelen van nu zijn wij, pubers in de 60er jaren van de vorige eeuw, natuurlijk helemaal niet opgegroeid. Maar we kunnen het wel! Zo dook Maarten van der Linde, nu 67 jaar en destijds leerling op de gymnasiumafdeling van het Nijmeegs Lyceum, in zijn papieren foto albums en viste onderstaande foto's voor ons op: hij heeft ze gescand en ter beschikking gesteld aan ons blog.

Nu en toen
Maarten: "Graag surf ik mee op de nostalgiegolf van de laatste tijd. Wel typerend dat onze groep niet direct aan het bloggen sloeg, toen Carla met haar initiatief kwam. Wij zijn blijkbaar niet zo van de privé mededelingen op papier. Die bewaren we liever voor de meer intieme gesprekken jaarlijks bij onze reunie in november. Dat geldt in ieder geval voor mij, want tot op heden ben ik smartphoneloos, ondanks het feit dat veel andere grootouders het aanbevelen als “zakfotoboek” en non-stop communicatielijn. Wel heb ik een gewoon mobieltje (maar ja, m’n auto is dan ook al bijna 20 jr oud)  en op het water moet ik bereikbaar zijn. Mij zeggen facebook en twitter niks. Volgens mij draagt dat bij tot mentale overbelasting, die ik bewust probeer te vermijden. Gelukkig hoef ik niet altijd bereikbaar te zijn.
Maar…ik heb nog een paar foto’s die ongetwijfeld aardige herinneringen oproepen, al was het maar vanwege de lang verdwenen smoeltjes en gestalten bij verschillende gelegenheden. Uit m’n eerste! fotoalbum, ja…nog met foto(schuif)hoekjes, een heel wat betrouwbaarder systeem dan de later in zwang geraakte fotolijm met z’n lelijke bruine strepen.  
De bijgevoegde informatie stond in 4 gevallen gelukkig nog achterop. 

De “kleine fuif”van 1965. Niek Roos en Nelleke Altena in actie bij een cabaretvoorstelling. Ikzelf zorg voor de elektrisch versterkte!! muzikale omlijsting/ondersteuning. Of het ook klonk????






Het schoolhockeyelftal tijdens de Interlyceale te Heerlen, 2-3 nov 1965.
Staand v.l.n.r.: Freek van Bremen, Jules van Wesemael, Wim ter Welle, Ed van Tienhoven, Jaap Rosen Jacobson en mijn persoontje. (Rechtsachter met nr 7 op de rug: Erik Nieboer, ondertussen verhuisd en spelend voor het Eindhovens Protestants Lyceum (EPL); Gehurkt  v.l.n.r.: Ronnay de Vries, Tom Munsterman, Frans Sloet van Olderuitenborch, Maarten Ingelse. Liggend vooraan: Frank Rutgers.


Het NLV-bestuur (Nijmeegse Lyceisten Vereniging) van ’64-’65. V.l.n.r.: Marjans de Ridder (hoofdredactrice van het leerlingenblad Kompas), ikzelf (alg. adjunct, een soort manusje-van-alles; paste ook – gezien de rest van mijn levensloop - wel bij mij), Nelleke Altena (secretaris), Wim ter Burg (voorzitter), Sonja van Horssen (vice-voorzitter, “the looks”?), Kees (het latere “nationale advocatengezicht”) Korvinus (penningmeester) en onze Cor, nu Cornélie, van Waegeningh (sportcommissaris).


Werkweek april 1966 in Wassenaar, de “kleine slaapzaal”. V.l.n.r. achterrij: Matthé Ackerman, voor: Guus Lemain, achter hem: Sander Ruitenbeek, Rudy Eykmans, ikzelf (met bekertje), Gradus Gerritse, Ben Haisma, Wim ter Burg, helemaal voor: Rinny de Kluis.


In ieder geval een sportief NLV-moment op het podium. Er worden bekers uitgereikt. Ik herken alleen: Wim ter Burg, Cornelie en links rector Struijk???. Vast ook ergens in ‘65-‘66".   







Tekst: Maarten van der L
Publicatie: Carla

Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum

maandag 1 juni 2015

Van Bunt tot Struik deel 2

Hieronder staat het tweede deel van de memoires van Maarten Klein, leerling aan het Nijmeegs Lyceum afdeling Gymnasium van 1959 tot 1966. Er komt ook nog een derde deel.

Goden
De school aan de Verlengde Groenestraat was geheel van hout. In elk lokaal stond, bij het raam, een enorme kachel die ’s winters hoog opgestookt werd, maar aan brandgevaar dacht niemand. Naast die kachel was een verhoogd plateau waarop de tafel en de stoel van de docent stonden. Nergens werd het onderwijs frontaler gegeven dan in de barakken van het Nijmeegs Lyceum.
De almachtige leraren keken als goden van hun Olympus neer op ons jeugdige stervelingen, waarbij sommige zich hulden in een wolk van tabak (Heinen Caballero, Van den Broek Pantersigaartjes). Ja, goden waren het, zij het van diverse pluimage: strenge en onbenaderbare goden, vriendelijke goden, vrolijke goden, maar goden waren het en voor alle (nou ja, bijna alle) had je in die tijd een heilig ontzag. Het was ondenkbaar dat je ze met ‘Ton’, ‘Geurt’ of ‘Roel’ zou aanspreken. Elke godheid was weer anders en als sterveling had je je maar aan te passen aan hun wensen en gewoonten. Bij de een lukte dat beter dan bij de ander. Zo kon het gebeuren dat je bijvoorbeeld heel goed was in geschiedenis bij Toebes, maar er niets van bakte bij Wilhelm, of omgekeerd. Engels bij Miss Bom of Bunt was voor mij een taal vol mijnen en valkuilen, maar bij mevrouw Moens zat die taal helder en heel leerbaar in elkaar. 

Moens en Moens
Ach, mevrouw Moens… Mijn hart begint spontaan sneller te kloppen nu ik aan haar terugdenk. Deze godin kwam in ons leven toen de hormonen in ons lijf onweerstaanbaar op stoom begonnen te komen. Arnold de Jong en ik zaten bij de meeste docenten het liefst achterin, maar niet bij mevrouw Moens, geen sprake van, we wilden elke les recht tegenover haar zitten. 

Ze was aanbiddelijk mooi, Aphrodite was een boertig volksvrouwtje vergeleken bij deze Schoonheid met haar zwarte haar en bruine, amandelvormige ogen. En wat een prachtige taal werd het Engels, wat klonk die taal hemels uit haar heerlijke mond! Maar er was toch iets vreemds, iets waarvoor Arnold noch ik een verklaring kon vinden. Ze was namelijk getrouwd met een andere leraar Engels, die zo kaal als een biljartbal was en een dikke bril op zijn neus had; sympathiek, dat was hij zeker, maar –zacht uitgedrukt- niet bepaald een Adonis. Hoe was het in godsnaam mogelijk, zo zaten wij ons elke les weer in volle ernst af te vragen, dat deze kaalschedelige heer zo’n ongelooflijk mooie vrouw had weten te veroveren? Over welke magische krachten beschikte deze heer Moens? Wij tastten hieromtrent volledig in het duister.

Botsing van Culturen
Wat leerden we niet allemaal op het Nijmeegs Lyceum in de jaren zestig! Een ongelooflijke hoeveelheid kennis werd in ons brein gestopt: de wet van Gay-Lussac, en welke Präpositionen de derde of de vierde naamval kregen (an, auf, hinter, neben, in, unter, vor und zwischen), gerundium en νῦ ἐφελκυστικόν  (voor de hbs’ers: nu ephelkustikon) , Van den vos Reynaerde en de Mei van Gorter, de tocht naar Chatham (1667), het periodiek systeem, vierkantsvergelijkingen en de wet van Archimedes (‘De opwaartse kracht die een lichaam ondervindt in een vloeistof of gas, is even groot als het gewicht van de verplaatste hoeveelheid vloeistof of gas’), dat Beethoven potdoof was toen hij zijn Negende Symfonie schreef en dat Jezus niet in het jaar nul geboren moest zijn, maar vier jaar eerder. Het is maar een kleine greep. En al die kennis sleep je een leven lang met je mee.     

Maar we hebben er ook veel niet geleerd. We leerden Frans, Duits en Engels, maar ik kan me niet herinneren dat we ooit in de klas die talen moesten spreken. Die talen waren er alleen om te vertalen, om veel woordjes te leren en nog meer grammatica, maar niet om te spreken. Plato kwam uitgebreid aan de orde, maar over Nietzsche hoorde je niets. Hoe Kaïn aan zijn vrouw kwam, daarover werd niet gesproken en al helemaal niet over popmuziek. Elvis, Beatles en Stones waren in de muziekles taboe, de ware muziek begon bij Vivaldi en Bach en eindigde bij Ravel en Strawinsky. In de derde heb ik eens Runaway van Del Shannon meegenomen naar de muziekles, dat liedje met de briljantste orgelsolo uit de muziekgeschiedenis (luister: https://www.youtube.com/watch?v=ziLagAgoPCE) , maar ik werd door Menken met hoon overladen. Dat was muziek voor barbaren! De kloof tussen ‘onze’ cultuur en die van de leraren was niet zelden onoverbrugbaar. 

Seks
Het grote taboe-onderwerp op school was in onze tijd seks. Daarover hoorde je echt helemaal niets. Het menselijk lichaam kwam bij biologie natuurlijk wel aan de orde, maar hield op bij het kruis, ons fysieke kruis wel te verstaan. Als je een beetje je best deed, kende je de werking van het hart, de maag, de lever en de longen, maar hoe het er nu precies onder de gordel aan toe ging, daarover zweeg Roeleveld in alle talen. Natuurlijk weerspiegelde de school in dit opzicht de hele maatschappij: over seks werd niet gesproken, niet op de radio, niet op de tv, nergens. En ook niet gezongen. Wat je in Nederland over de liefde hoorde, was niet veel meer dan dat je niet mocht zoenen op het zebrapad (Willeke Alberti) en dat twee reebruine ogen de jager aankeken (De Selvera’s).
Wat je over seks wist, had je van je schoolvrienden, die –hoe stoer sommige ook deden- er natuurlijk net zo weinig van wisten als jij. Maar times they were a-changin’: een decennium later was seks nauwelijks nog taboe en kon zelfs over ‘afwijkende’ vormen vrijelijk gesproken worden. Dit had verrassende, maar ook pijnlijke consequenties. Daarover de volgende keer. 

Tekst: Maarten
Publicatie: Carla

Reunisten Nijmeegs Lyceum
www.reunistennijmlyceum.blogspot.nl
email: reunistennijmlyceum@outlook.com
fotoalbum